Het jeugdwerk speelt op verschillende manieren een rol in het leven van kinderen en jongeren. In hun vrije tijd, op school, in hun zoektocht naar werk en in hun veerkracht in moeilijke situaties. Dat heeft gevolgen voor de relatie tussen het jeugdwerk, andere spelers en beleidsdomeinen in de samenleving. Op kruispunten kunnen projecten vanuit verschillende levensdomeinen vertrekken. Hieronder kan je 10 tips terugvinden.
Om jongeren goed te omkaderen, is het noodzakelijk om als organisatie beleidsdomeinoverschrijdend te werken, partnerschappen aan te gaan binnen en buiten je eigen werkveld. Op deze manier verhoog je als organisatie ook je impact, maar brengt dit voor organisaties een aantal uitdagingen met zich mee. Hieronder worden kort de uitdagingen en valkuilen besproken.
Onthoud dat je voor kinderen, jongeren en het netwerk dat nodig is om de kinderen en jongeren sterk te ondersteunen en verstekken, werkt. Verlies die focus niet. Het maakt je verhaal als potentiële partner sterker en geloofwaardiger. Als je maximaal impact wil voor kinderen en jongeren, zal je ook medestanders moeten zoeken buiten je eigen organisatie.
Trek je ogen open, kijk rond en bouw je netwerk uit. Praat met mensen die met gelijkaardige doelen en/of dezelfde beoogde doelgroep bezig zijn en zoek de gemeenschappelijke uitdagingen. Zoek het niet onmiddellijk al te ver.
Om als jeugdwerker echt een goed netwerk rond een jongere op te bouwen moet je de taal en cultuur van de andere sectoren en beleidsdomeinen leren hanteren en inzetten. Binnen zo’n partnerschappen en brede netwerken moet je ook waakzaam zijn en de jeugdwerkidentiteit behouden, expliciteren en je er zeer bewust van zijn. Belangrijk om als jeugdwerker echt actief rond te kijken in een buurt en je goed bewust te zijn van welke andere instellingen, organisaties er allemaal zijn die ook voor jongeren werken. En daar actief bruggen mee bouwen. De mentaliteit (jongeren staan consequent centraal, sterk netwerk rond de jongeren bouwen, kracht van de eigen jeugdwerkidentiteit durven naar voren schuiven) moet voorgaan op de structuren.
Kijk niet enkel naar de quick wins en denk genoeg op lange termijn. Durf je tijd te nemen en contacten rustig te laten rijpen. Netwerkopbouw en samenwerkingen zijn vaak pas rendabel op een lange of middellange periode.
Overleg is erg belangrijk – zeker back office in je eigen organisatie: deel kennis met elkaar, motiveer je eigen personeel om kennis actief te delen met “con-cullega’s”; pak die zelfs in huis voor een goede kruisbestuiving en erken elkaars kwaliteiten en sterktes.
Organisaties die de oplossing hebben voor alle problemen, bestaan niet. Meerdimensionale uitdagingen kan je enkel aanpakken vanuit integrale benadering. Durf jezelf hierin continu te herdenken en flexibel op te stellen.
We moeten van consensus naar consent gaan en ons hier flexibel in opstellen. Consent betekent toestemming. Consent als basis voor besluitvorming houdt in dat een besluit genomen is, wanneer geen van de aanwezigen beargumenteerd en overwegend bezwaar heeft tegen het nemen van het besluit. Consent verschilt van consensus in de zin dat degene die “consent geeft” niet “voor” het voorstel hoeft te zijn, alleen maar “niet tegen”.
Denk na over de verschillende niveaus van je werking. Enkel op coördinator niveau samenwerken is riskant. Ook medewerkers en jongeren moeten elkaar ontmoeten en van elkaar leren. Enkel op die manier kan je samenwerkingen duurzaam maken. Jeugdwerkers moeten zich daarnaast verbonden voelen met sterke identiteit van de netwerkorganisaties en geloof/vertrouwen hebben in de kracht van de partner(s).
Je kan anderen niet dwingen om met je samen te werken. Blijf weg van mensen die niet willen samenwerken of hun organisaties betonneren, want je verliest er zeer veel energie door. Gedeelde goesting en wederzijds vertrouwen is een absolute voorwaarde.
Niet elke organisatie spreekt dezelfde taal, en oppervlakkige gelijkenissen kunnen diepe en fundamentele verschillen verbergen. Spreek daar op voorhand genoeg over en bewaak je eigenheid en doelstellingen als jeugdwerker
Wees gul, open en durf samenwerkingen uit te testen. Het is altijd druk en er zijn altijd redenen om dingen niet te doen maar andere mensen zien nieuwe inzichten en zorgen ook voor nieuwe ideeën. Bovendien kost praten geen geld (of toch relatief weinig).
Ja, zeggen is goed! Maar het heeft geen zin om je op kruispunten te positioneren waar je absoluut geen verhaal te vertellen hebt. Zoek die kruispunten op waar je in je kracht kan staan of waar je kracht kan ontwikkelen.
Besef wat je bijzonder maakt. Als jeugdwerkorganisatie breng je vaak jeugdwerkexpertise en een jong netwerk binnen in een samenwerking. Wanneer je eigen sterktes aanvullend zijn op wat de potentiële partner te bieden heeft, kan je het snelste voor een win-win gaan.